We hebben verschillende relaties met dieren. Hoe gaan we met ze om?
Mensen gaan op verschillende manieren met dieren om. Sommige dieren houden we in onze directe (woon)omgeving, anderen leven in het wild. De omgang met dieren is in de loop der jaren veranderd. Dit komt mede omdat we anders over dieren zijn gaan denken.
In Nederland leven meer dieren dan mensen. Nederland kent bijna 17 miljoen inwoners, maar zo'n 500 miljoen dieren.
Deze dieren worden gehouden voor:
Wilde dieren
Daarnaast hebben we ook te maken met dieren die leven in het wild: in en om ons huis, in natuurgebieden en in de zee.
| Ongeveer 16.000 jaar geleden, toen de mens nog leefde als jager en verzamelaar, is de mens begonnen met het domesticeren van dieren: het tot huisdier maken van wilde dieren. De hond is het eerste dier dat door de mens is gedomesticeerd. De hond werd gebruikt als hulp bij de jacht. Ongeveer 10.000 jaar geleden ontstonden de eerste nederzettingen en vestigden mensen zich in groepen. Dit gebeurde in het Nabije Oosten (het gebied waar nu Egypte, Israël, Jordanië, Syrië, Libanon, Turkije en Irak liggen). De eerste akkerbouw en veeteelt ontstond. Ook andere dieren werden in die tijd gedomesticeerd. De hond werd onder andere gevolgd door:
|
Reden voor domesticatie is dat mensen over de nuttige eigenschappen van dieren wilden beschikken. De dieren dienden onder andere voor de productie van voedsel, wol en leer, als trekdier, bewaking en gezelschap. In de loop der tijd is de mens die eigenschappen gaan ‘versterken’ door dieren daar op te fokken en te kweken. Herhaling van dit proces over generaties leidde tot het ontstaan van nieuwe rassen en variëteiten.
Niet alle dieren kunnen worden gedomesticeerd. Enkele voorwaarden om te kunnen worden gedomesticeerd zijn:
Om het proces van domesticatie na te bootsen is in Rusland, in Novosibirsk, de wetenschapster Dmitri Belyaev in 1959 begonnen met het fokken van vossen. Sinds 1959 zijn er zo’n 40 generaties vossen geselecteerd op tamheid. Er werd een fokprogramma opgesteld waarbij steeds de minst agressieve en minst bange vossen werden geselecteerd om mee door te fokken. Na 30 generaties zijn er nu tamme vossen. Deze verschillen niet alleen van de wilde vossen in gedrag, maar ook in uiterlijk. Ze hebben veel hondachtige kenmerken zoals hangende oren, een bonte, gevlekte vacht, een krulstraat, een kortere staart en poten, een kortere snuit en ze kwispelen bij het zien van mensen.